Column Nicoline Meijer
Anders kijken naar talent
Utrecht is de meest competitieve regio van Europa. Het betekent dat Utrecht de regio is met de grootste concurrentiekracht. Utrecht heeft een sterke economie en scoort hoog op opleidingsniveau en innovatie. Daar mogen we trots op zijn. Willen we de meest competitieve regio in Europa blijven, dan moeten we anders kijken naar talent.
Voor de grote maatschappelijke uitdagingen (klimaat, energie, zorg, mobiliteit, circulaire economie) is de behoefte aan vakmensen – de makers van de samenleving – groot. Laten we daarom stoppen met de ‘opwaartse druk’ (hoe hoger hoe beter) en kiezen voor gelijke waardering. En meer dan dat: laten we anders kijken naar leren.
Stop met ‘hoog- en laagopgeleid’
Utrecht was afgelopen jaar de eerste gemeente in Nederland die in de eigen communicatie stopte met de termen ‘hoog- en laagopgeleid’. In het verlengde daarvan overhandigden Utrechtse studenten aan demissionair minister Robbert Dijkgraaf van Onderwijs op 15 november het mbo-manifest ‘Zoek de breedte op’. Met daarin concrete voorstellen voor inclusiever taalgebruik.
Eerder was Utrecht al de eerste stad waar mbo-studenten konden deelnemen aan de Utrechtse Introductietijd (UIT) en aan studentensport. Laat de volgende stap zijn: in Utrecht zijn alle opleidingen van even grote waarde. Laat leerlingen in het primair en vervolgonderwijs kiezen wat ze leuk vinden. Iedere leerling en student op de juiste plek.
Na de schoolbanken
Een opleiding stopt niet na het verlaten van de schoolbanken. We werken allemaal langer door. Technologische ontwikkelingen, digitalisering en grote maatschappelijke transities vragen om andere vaardigheden en kennis. Banen verdwijnen, er komen nieuwe banen bij. De baan voor het leven bestaat niet meer. Er heerst grote krapte op de arbeidsmarkt en tegelijkertijd staan veel mensen langs de kant. Hoe zorgen we ervoor dat mensen aan het werk blijven, een overstap maken of juist een baan vinden?
Anders kijken naar leren
Na het behalen van een diploma gaat ieders ontwikkeling door. Nu zien we opleiden nog vaak als de voorbereiding op werk: eerst leren dan werken. Maar waarom? We moeten anders kijken naar leren: mensen kunnen zich op ieder moment in hun leven om-, bij-, herscholen en dat kan op verschillende manieren. Hier ligt een gezamenlijke verantwoordelijkheid van onderwijs en werkgevers. En ook hier gaat het om het stoppen van denken in hokjes. Kijk naar de bijdrage die iemand kan leveren en niet naar het niveau. Ieder talent is van even grote waarde.
Koploper op leren en ontwikkelen
Willen we de meest competitieve regio van Europa blijven, dan moeten we koploper willen worden op leren en ontwikkelen. Juist in Utrecht kan dat. Wij zijn immers een onderwijsstad met ruim honderdduizend studenten in het mbo, hbo en wo en ruim vijftigduizend leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs. Tel daarbij het aantal werkenden en werkzoekenden op en het goud ligt voor het oprapen. Tenminste: als we bereid zijn om niet meer in hokjes te denken. Dus, zoals ook demissionair minister Dijkgraaf zegt: zie leren en werken niet meer volgordelijk maar ken maatschappelijke waarde toe aan skills en interesses. En neem gezamenlijk als overheid, ondernemingen en onderwijs verantwoordelijkheid voor leren en ontwikkelen.
Dan zijn we niet alleen de meest competitieve regio, maar ook de regio waar mensen meedoen en ertoe doen. En dat zorgt voor gezonde en gelukkige mensen.
Nicoline Meijer
Lid Utrecht Development Board
"De culturele sector is hechter geworden"
Quinten Peelen, directeur K. F. Hein Fonds, ziet na de Corona-verlamming de levenslust van de culturele sector in en om Utrecht opleven. “Ik denk dat we een tijd ingaan van experimenteren, nieuwe vormen. En delen, via open source of fysiek” zegt hij in ons interview bij vertrek uit de Utrecht Development Board. “Corona maakt dingen mogelijk die heel moeilijk leken”.