Column Eric van Dorp
Buiten spelen of volbouwen
Als schoolbestuurder, ook verantwoordelijk voor de Internationale School, spreek ik regelmatig ouders uit alle delen van de wereld. Zij kiezen voor wonen in Utrecht. De stad heeft grote aantrekkingskracht op nieuwkomers uit de rest van het land maar ook internationaal.
In de nabije toekomst komen er 80.000 mensen bij en misschien later nog meer. Ik snap de behoefte aan meer woningen. Maar als schoolbestuurder voel ik me ook verantwoordelijk voor het welzijn van alle Utrechtse kinderen. Nu en in de toekomst.
Buiten spelen
Waar blijft hun ruimte om te leven, te recreëren, zomaar wat rond te hangen? Zelfs de schoolpleinen kunnen geen soelaas bieden als groene oases in een volgebouwde stad. Waar vroeger 600 m2 genoeg was volgens de regelgeving voor zes klassen moeten we het vandaag nog steeds doen met 600 m2. Maar dan wel voor zestien klassen of meer. Dat worden spelende en joelende kinderen tussen hoge appartementen, de hele dag door. Want we spelen buiten in shifts.
Acht hoog wonen
Ik wil de bestuurders van Utrecht dringend vragen stil te staan bij de vraag wat de waarde van een stad is. Wat schiet je ermee op als straks wel ruimte is om te wonen op acht hoog? Terwijl er geen mogelijkheid is om in de stad te leven en te bewegen.
Utrecht is ongekend populair als stad waarin je wil wonen en leven. Dat heeft te maken met goede voorzieningen, het werk in de buurt. Vooral de vriendelijke, groene en compacte stad is het unique sellingpoint van Utrecht.
Ruimte om te leven
Compact maar niet vol. Wie door Utrecht loopt of fietst, ontdekt een keur aan groene buitengebieden, groot en klein en zomaar midden in de stad. Gebruikt door bedrijven, kunst, cultuur of gewoon Utrechtse recreanten. Hoogbouw is beperkt en wijken zijn groen en soms bijna landelijk te noemen.
Daarmee is Utrecht wat mij betreft uniek. Een grote stad met alle voorzieningen, waar de menselijke maat nog centraal staat. Ruimte om te wonen, ruimte om te leven.
Tjokvol woningen
Natuurlijk, de stad heeft snel meer woningen nodig. Veel gaat op de schop: het Beurskwartier, de Merwedekanaalzone, het Westplein, speeltuintjes in Tuindorp, bestaande woningen op de Croeselaan, elk postzegeltje onbebouwde grond. Zorgelijk is, dat we over een aantal jaren tienduizenden appartement uit de grond hebben gestampt en Utrecht tjokvol staat met woningen. Daar ontbreekt ruimte om te leven, te recreëren. De rafels van de stad verdwijnen.
Oh zeker, op de ronkende plaatjes van de projectontwikkelaars zie je wuivende groene verten ingetekend en lieflijke boompartijen, maar de werkelijkheid is huizen en asfalt.
80.000 fietsers extra
Het gemeentebestuur heeft in al zijn wijsheid bedacht dat die extra mensen vast geen auto willen hebben en zich op de fiets of wandelend verplaatsen. Dus worden toegangswegen en doorgaande wegen versmald, waardoor lange files met auto's met ronkende motor ontstaan. Trouwens, tachtigduizend fietsers erbij in een volgebouwde stad lijkt me ook geen aantrekkelijk vooruitzicht.
Uitbreiden kan
Inbreiden is niet de enige optie. Je kunt ook uitbreiden. Dat kost groen langs de randen van de stad. Maar het geeft in de stad ruimte voor een duurzame en gezonde leefomgeving
Noem me cynisch, noem me naïef. Echter, ik ben trots op deze stad waarin ik ben opgegroeid en werk. Dat wil ik graag zo houden.
Eric van Dorp
Lid Utrecht Development Board
"De culturele sector is hechter geworden"
Quinten Peelen, directeur K. F. Hein Fonds, ziet na de Corona-verlamming de levenslust van de culturele sector in en om Utrecht opleven. “Ik denk dat we een tijd ingaan van experimenteren, nieuwe vormen. En delen, via open source of fysiek” zegt hij in ons interview bij vertrek uit de Utrecht Development Board. “Corona maakt dingen mogelijk die heel moeilijk leken”.