Column Remco van Lunteren
Europees Medicijnagentschap enorme kans voor Utrecht
De uittocht van Europese instellingen uit Londen is begonnen en in het spel om de knikkers is besloten dat European Medicines Agency (EMA) naar de Amsterdamse Zuidas komt. Dit agentschap regelt en bevordert toegang van geneesmiddelen tot de Europese markt. Als medicijnen zijn toegelaten, houdt EMA toezicht op de effectiviteit en veiligheid ervan. In de wereld van de farmaceutische industrie is dit dus een belangrijke partij.
Goed nieuws voor Utrecht
Farmaceutische bedrijven willen in Europa graag in de nabijheid van EMA een vertegenwoordiging hebben, want er is een constante dialoog tussen de industrie en deze instantie. De verwachting is dan ook dat in het kielzog van EMA de nodige farmaceutische bedrijvigheid meekomt. Goed nieuws voor Nederland, Amsterdam en de zakelijke dienstverleners op de Zuidas in het bijzonder. Maar ook voor de Utrechtse regio.
Beter dan dure Zuidas
De regio Utrecht ligt namelijk via spoor en weg 'en route' voor de thuisbasis van bijvoorbeeld de Duitse en Zwitserse farmaceuten. Slechts een half uurtje in de trein (of auto buiten de spits) verwijderd van Schiphol is het ook weer niet zoveel verder dan de dure Zuidas. Maar naast ligging biedt Utrecht op zijn Science Park heel veel meer. Hier vind je één van de weinige plaatsen in Europa met zowel faculteiten geneeskunde, diergeneeskunde als farmacie. Studierichtingen, die bovendien al jaren samen strategisch optrekken in Utrecht Life Sciences.
Utrecht Science Park uniek
Hier worden mensen opgeleid, wordt wetenschap bedreven en kunnen Fase 1-studies in mens en dier worden verricht. Een goede basis dus voor hen die een belangrijke rol in toekomstige medicijnontwikkeling willen spelen. Met de komst van EMA naar Amsterdam heeft Utrecht de mogelijkheid deze kennis in de etalage te zetten en de kans (nog) meer bedrijvigheid en werkgelegenheid aan te trekken op en rond het Utrecht Science Park.
Vraag naar onze kennis
Kennis ontwikkelen en inzetbaar maken voor de samenleving, dat is waar we op het Utrecht Science Park dagelijks mee bezig zijn. 'Valorisatie' wordt dat in het jargon genoemd, maar bij het UMC Utrecht spreken we liever over impact. Dit lukt vooral goed wanneer er ook vraag is naar die kennis en er niet teveel obstakels zijn in wet- en regelgeving om deze in te zetten.
Orkambi
Bedrijven kunnen daarin een belangrijke rol spelen, omdat zij veelal vanuit een (klant)vraag werken. We zagen dit afgelopen jaar. Toen hebben farmacie, wetenschappers, clinici en het College ter Beoordeling van Geneesmiddellen het medicijn 'Orkambi' versneld beschikbaar gekregen. Heel belangrijk voor kinderen met Cystic Fibrosis (CF).
Snel schakelen
Daarnaast helpt de nabijheid van regulatoire instellingen om snel te schakelen. Met de komst van EMA naar Amsterdam kan Utrecht door deze combinatie van onderzoek & onderwijs met het bedrijfsleven een uitstekende aanvulling zijn op de Europese kennisdriehoek van overheid, onderzoek & onderwijs en bedrijfsleven.
Remmende 'Utrechtse kwaal'
De kansen lijken voor het oprapen te liggen, maar dan moeten we wel waken voor de 'Utrechtse kwaal'. De kwaal van te lang blijven praten over kansen en ze niet pakken. Het blijven werken aan draagvlak en betrekken van (alle) stakeholders en nooit, of te laat, komen tot het 'doen'. Er wordt door veel mensen achter de schermen heel hard gewerkt aan het verzilveren van deze kansen, maar ik zie ook alweer de voorzichtigheid die we daarin betrachten.
Dus: snel handelen
Mijn oproep aan iedereen die zijn bijdrage wil leveren: "Kom snel tot handelen, wacht niet op het perfecte plan, werk gaandeweg aan het plan". We zijn het aan onszelf en alle patiënten die wachten en hopen op nieuwe medicijnen verplicht deze kans te pakken.
Remco van Lunteren
Lid Utrecht Development Board.
Home » Columns » Europees Medicijnagentschap enorme kans voor Utrecht
"Constructief, maar wel kritisch"
De kracht van de Utrecht Development Board? Drie leden geven een eenstemmig antwoord: de eigen koers los van de politiek, zoekend naar gesprek met de stad en de buurt. Kortom: allereerst in contact met de basis en niet met reguliere machtsfactoren.
> Lees het hele interview