Column Niek de Wit
Preventie: wijkakkoorden maken met bewoners en samen uitvoeren
Preventie is belangrijk, vindt iedereen binnen en buiten de zorg. Minder alcohol, stoppen met roken, meer bewegen en gezond eten voorkomt hart- en vaatziekten, kanker en nog een heleboel andere ziekten. Maar goede intenties en programmatische aanpak alleen blijken onvoldoende. Verbinding met bewoners in de wijken is nodig.
Preventie is belangrijk
Preventie gaat om het bevorderen van een goede leefstijl en een gezonde leefomgeving, en zo alle burgers de kans te bieden op een gezond leven in brede zin. Het gaat dus niet alleen om lichamelijke ziekten. Ook de onlangs gesignaleerde verminderde mentale weerbaarheid onder de jeugd vraagt om preventieve maatregelen. Preventie kun je bedrijven onder gezonde burgers (‘populatiepreventie’) maar ook onder mensen die al met klachten in de zorg komen (‘zorg gerelateerde preventie’).
Afkicken
De uitvoering van preventie blijkt een grote uitdaging. Gedrag verander je niet zomaar, zeker als de verleidingen groot zijn. De gezondheidsschade komt pas op lange termijn, dus vindt de jeugd het genot van de hamburger of het biertje vaak veel belangrijker. En bij volwassenen blijkt steeds meer dat niet alleen roken en drinken, maar ook veel eten een verslavingsziekte is, waarbij de drang naar meer en meer overheerst. Leefstijl veranderen blijkt voor veel mensen afkicken met als succesvoorwaarden: intensieve begeleiding, lotgenotencontact en sterke motivatie. Dat lukt niet zomaar, en zeker ook niet iedereen.
Overal ongezond leven op de loer
Daarbij liggen de oorzaken van een ongezonde leefstijl vaak buiten de zorg, en buiten de invloed van de burger. Ook in onze stad vinden we op elke straathoek fastfood en alcohol, ook bij scholen. Ongezond eten kost de helft minder dan gezonde voeding. En ook al doen veel supermarkten hun best om gezonde boodschappen te stimuleren, voor mensen met een laag inkomen is dat gewoon geen optie. Bovendien bevat veel voedsel te veel suiker of zout. Op straat spelen is voor kinderen niet overal meer veilig, en naar school fietsen niet vanzelfsprekend. Sportclubs hebben wachtlijsten.
Beleid nog weinig effectief
In het Preventieakkoord hebben al in 2018 meer dan zeventig organisaties onze nationale doelen vastgelegd: een rookvrije generatie, minder overgewicht (van 50% nu naar 38% in 2040) en minder overmatig alcoholgebruik (van 9% naar 5%). In het recent op Prinsjesdag gepresenteerde Integraal Zorgakkoord bevestigen alle bij de zorg betrokken koepelorganisaties deze ambities. Ook om de immer stijgende zorgkosten in de hand te houden. Om stappen te maken, spreken ze af om regionale netwerken op te zetten en daarbinnen preventieprogramma’s uit te rollen. En verder: versterking van onderzoek en onderwijs over preventie en inrichting van leefstijlpoli’s in de zorg.
De Health Hub Utrecht met daarbinnen de Coalitie Wijkgerichte Preventie, is een mooi voorbeeld van zo’n regionaal preventienetwerk. Maar een aanpak alleen vanuit de gemeente heeft te weinig effect.
Hoe dan wel: verbind met de burger
Zinvolle initiatieven als valpreventie, verhogen mentale weerbaarheid en gezonde leefomgeving sluiten te weinig aan op de motivatie en de mogelijkheden van de individuele burger.
Preventie moet naar de basis, door samen met bewoners opgestelde en uitgevoerde wijkakkoorden. Wijkcoöperaties kunnen helpen om preventie echt vorm te geven: vroeg signaleren en begeleiding vanuit de eigen woonomgeving. Elkaar helpen bij gezond gedrag, en samen met de gemeente de buurt gezonder maken.
Wijkcoaches en buurtconciërges uit de eigen gemeenschap spelen daarin een centrale rol, zo leert de Preventiecoalitie Groningen. Ook in Utrecht wordt daarmee nu geëxperimenteerd. Laten we die ontwikkeling krachtig doorzetten en samen werk maken van preventie in de wijk.
Niek de Wit
Lid Utrecht Development Board
"Constructief, maar wel kritisch"
De kracht van de Utrecht Development Board? Drie leden geven een eenstemmig antwoord: de eigen koers los van de politiek, zoekend naar gesprek met de stad en de buurt. Kortom: allereerst in contact met de basis en niet met reguliere machtsfactoren.
> Lees het hele interview